Inschatting CO2-reductie met aquathermie in 2030

27-11-2023 273 keer bekeken

In dit artikel laat het Netwerk Aquathermie (NAT) zien welke CO2-reductie gerealiseerd kan worden met aquathermie.

In het Klimaatakkoord  is afgesproken om 3,4 Mton CO2-reductie te realiseren in de gebouwde omgeving voor 2030. Dat betekent dat 1,5 miljoen bestaande woningen voor die tijd overstappen op aardgasvrije manieren voor verwarming, koken en warm water. Een deel van deze woningen zal worden aangesloten op een aquathermiesysteem. Het Netwerk Aquathermie (NAT) heeft ingeschat dat het om 200.000 woningequivalenten gaat. In dit artikel laten we zien dat aquathermie daarmee 0,30 tot 0,44 Mton CO2-reductie kan realiseren. Dit doen we aan de hand van bestaande rekenmethoden en expert beoordelingen.
 

Hoe komen we op het getal 200.000 woningen op aquathermie in 2030?

Deze inschatting is gebaseerd op het aantal gerealiseerde projecten en geplande initiatieven die bekend zijn bij het NAT in 2022 en het (gemiddelde) aantal woningequivalenten (weq) per initiatief. De gerealiseerde projecten met thermische energie uit oppervlaktewater (TEO), afvalwater (TEA) en drinkwater (TED) en de warmtevraag zijn weergeven in de onderstaande tabel.

Bron Gerealiseerd Woningequivalenten
TEO 63 projecten 11.398
TEA 15 projecten 2145
TED 8 projecten 1589


Daarnaast zijn er 109 geplande initiatieven in beeld. Van 55 initiatieven is het aantal weq bekend: in totaal 106.330, gemiddeld 1.942 per initiatief.

Er zijn twee redeneerlijnen gevolgd. Redeneerlijn 1: In 2018 is het nationaal potentieel van aquathermie onderzocht door CE Delft. Deze studie liet zien dat ruim 50% van de Nederlandse warmtevraag ingevuld kan worden met aquathermie. Realistisch is dat in een kwart van de gevallen aquathermie de meest geschikte oplossing is ten opzichte van andere duurzame bronnen. Dat komt neer op 10 tot 15% van de warmtevraag ofwel 150.000 tot 225.000 weq.

Redeneerlijn 2: als we het gemiddeld aantal weq van geplande initiatieven (1.942) doortrekken naar het totaal aantal initiatieven dan komen we uit op 211.678 weq. Tel hierbij op het aantal weq van de gerealiseerde projecten (15.000 weq), dan komen we uit op een totaal van 226.000 weq. Dit komt overeen met redeneerlijn 1 en lijkt daarmee een realistische inschatting. In de praktijk kan die hoger uitvallen, aangezien het aantal initiatieven met aquathermie in 2023 flink is toegenomen.
 

Welke variabelen hebben invloed op de CO2 -uitstoot?

Een aantal partners uit het NAT zijn gevraagd om mee te denken over de beste manieren om de CO2 -reductie te berekenen. Er zijn verschillende rekenmethodes beschikbaar en om deze te gebruiken heb je variabelen en aannames nodig.

Eén van die variabelen hebben we al bepaald: 200.000 weq. Maar zijn dat bestaande woningen of nieuwbouw en hoe ziet die verdeling eruit? Omdat we dit niet precies weten maken we aannames. Belangrijke variabelen voor het bepalen van CO2 -reductie zijn:

  • De hoeveelheid warmte of gas dat een gemiddelde woning verbruikt. Dit verschilt tussen bestaande bouw en nieuwbouw en wordt beïnvloed door het nemen van isolatiemaatregelen.
  • De manier waarop de elektriciteit voor de warmtepomp wordt opgewekt. Op dit moment is dit vaak een mix van grijze stroom (bijvoorbeeld van gascentrales) en groene stroom (bijvoorbeeld van zonnepanelen en windmolens). In de toekomst zal het aandeel groene stroom toenemen waardoor er minder CO2 -uitstoot is.
  • De efficiëntie of COP van de warmtepomp. Deze is hoger of lager afhankelijk van de watertemperatuur, de combinatie met seizoensopslag en keuze voor collectieve of individuele opwaardering.

Er zijn meer direct een indirecte variabelen die de CO2 -uitstoot van aquathermie beïnvloeden. Denk aan het productieproces, levensduur, materiaal- en grondstofverbruik, opslag- en piekvoorzieningen of de combinatie met duurzame koeling.
 

Met welke methodes kan je de CO2 -reductie berekenen?

Naast enkele ‘bierviltjes’ berekeningen van partners zijn twee relevante rekenmethoden gevonden om de CO2 -reductie met aquathermie te bepalen.

Methode Beschrijving Aannamens CO2-reductie
Stichting Nationale Koolstofmarkt
(SNK)
Het Methodedocument Aquathermie van SNK is de landelijke standaard voor de
vrijwillige koolstofmarkt. Deze kijkt naar de besparing van aantal m 3 gas, maal de
conversiefactor van gas, minus de CO 2 -uitstoot voor het elektraverbruik van de
warmtepomp.
Gasreductie per woning: 1.060 m3
Conversiefactor gas: 2,079 kg CO2 /m3
COP warmtepomp: 4,5 Conversiefactor
elektriciteit: 0,352
0,30 tot 0,44 Mton per jaar,
afhankelijk van het aandeel groene energie
Planbureau voor de Leefomgeving
(PBL)
De SDE-rekensheets worden gehanteerd voor het bepalen van netto CO 2 -reductie voor
aquathermie bij de aanvraag van een SDE++ subsidie.

CO2 -factor: 0,19 kg per kWh geproduceerde warmte
Energieverbruik
huishoudens (gas): 1060 m3

0,35 Mton

 

Wat is het toekomstperspectief voor aquathermie?

Met de rekenmethoden van SNK en PBL is bepaald dat 200.000 woningen op een aquathermiesysteem 0,30 tot 0,44 Mton CO2 -reductie oplevert en dat dit getal afhangt van het aandeel duurzaam opgewekte elektriciteit. Aquathermie draagt daarmee bij aan 9% tot 13% van de beoogde 3,4 Mton CO2 -reductie in de gebouwde omgeving voor 2030.

Vanuit de praktijk schetst het NAT hiermee een realistischer toekomstperspectief voor aquathermie. Het monitoren van bestaande en nieuwe ontwikkelingen blijft nodig om de komende jaren steeds betere inschattingen te maken welk aandeel aquathermie heeft in de toekomstige mix van duurzame energiebronnen en hoe dit bijdraagt aan de klimaatdoelen van Nederland.
 

Cookie-instellingen