Acht energieregio’s noemen potentiecijfer voor aquathermie in RES

01-07-2021 403 keer bekeken

​​​​​​​Het Netwerk Aquathermie heeft een aquathermie quickscan uitgevoerd van de Regionale Energie Strategieën (RES’en). In alle RES’en wordt aquathermie benoemd, gemiddeld 25x per document. In de scan onderzoeken we hoe aquathermie is verwerkt en wat de verschillen zijn met de concept-RES'en.

De potentie

Van de 28 gepubliceerde RES'en benoemen deze acht regio’s een daadwerkelijk aquathermie potentiecijfer:

  • Fruitdelta Rivierenland
  • Fryslân
  • Hart van Brabant
  • Holland Rijnland
  • Midden Holland
  • Noord en Midden Limburg
  • Noordoost Brabant
  • West Brabant

In andere documenten wordt de potentie inzichtelijk gemaakt met een kansenkaart. Een enkele regio gaat nog nader onderzoek doen naar de potentie van aquathermie voor de regio. Soms lijkt er weinig potentie te zijn of wordt aquathermie opgepakt in de transitievisie warmte (TVW). Omdat er zoveel verschillende benaderingen zijn op de potentie van aquathermie, is het nog niet te zeggen welke bijdrage van aquathermie kan worden verwacht in de gehele warmtetransitie.
 

Verschillen tussen concept-RES en RES 1.0

In de RES 1.0 is de regionale structuur warmte (RSW) een stuk uitgebreider uitgewerkt dan in de concept RES. Nog steeds zijn er duidelijke verschillende tussen de regio’s wat betreft uitwerking en detailniveau. In elk document wordt aquathermie, TEO, TEA en/of TED benoemd, gemiddeld 25x. Uitschieters zijn de regio’s Noord Holland Zuid (64x) en Groningen (1x).
TEO wordt het vaakst benoemd (96x). Daarna volgt TEA (71x) en TED (34x) is de hekkensluiter. Dit is een weerspieging van de theoretische potentie van de drie varianten. In zeven regio’s wordt TED helemaal niet benoemd, dit waren er in de concept-RES nog 13. Negen regio’s besteden specifieke aandacht aan riothermie.
 

Wat is een RES?

Om invulling te geven aan de afspraken in het nationale Klimaatakkoord onderzoeken 30 energieregio’s in Nederland waar en hoe het best duurzame elektriciteit op land (zon en wind) opgewekt kan worden. De regio’s onderzoeken ook welke warmtebronnen te gebruiken zijn zodat wijken en gebouwen van het aardgas af kunnen. Dit doen de regio’s in de vorm van een Regionale Energie Strategie. Een van de onderdelen van de RES is de regionale structuur warmte  (RSW), waarin de potentiele warmtebronnen en de (toekomstige) warmtevraag van de regio in beeld worden gebracht. Ook worden kansen, knelpunten en uitgangspunten benoemd voor de verdere uitwerking van de lokale transitievisies warmte (TVW) door gemeenten.

Op 1 juli hebben 26 van de 30 RES’en hun besluitvorming doorlopen. Bij de andere vier vindt besluitvorming na de zomer plaats.

Cookie-instellingen