De prijskoppeling
Voor de warmteproducent is de koppeling van de prijs aan de verkochte warmte van belang. De hoeveelheid warmte (en koude) die de leverancier levert, bepaalt door die koppeling de inkomsten van de producent. Een variabele vergoeding is aantrekkelijk voor de leverancier, maar legt het volledige risico van de hoeveelheid afgenomen warmte bij de producent. De producent kan dit risico bijna niet beheersen en zal dit doorberekenen in de prijs.
NB Dit is de traditionele manier van een businesscase benaderen. Hierbij is het belang van een warmtebedrijf zoveel mogelijk energie verkopen. Dit belang is tegenstrijdig aan het maatschappelijke belang zo min mogelijk energie te verbruiken. Een toekomstbestendig businessmodel zou dus niet meer uit moeten gaan van zoveel mogelijk warmte verkopen.
Het afnamerisico of vollooprisico
De warmteproducent heeft het risico dat te weinig afnemers zich aansluiten op het warmtenet om warmte af te nemen. Hierdoor wordt de bijdrage aansluitkosten (BAK) per afnemer hoger, maar dit kan maar heel beperkt. Afnemers kunnen dan afhaken en kiezen voor een goedkopere warmtevoorziening. Het risico dat er te weinig afnemers zijn, heet het vollooprisico. Ook als de producent een vaste prijs krijgt, bestaat het risico dat er onvoldoende afnemers zijn. Het is belangrijk dat alle partners een positieve businesscase hebben met gedeelde risico’s.
De verhouding tussen kosten en opbrengsten
De prijs voor de levering van warmte is niet erg flexibel. Voor particulieren is de prijs gebonden aan de regels van de Warmtewet. Commerciële afnemers hebben te maken met marktwerking. Als de leverancier hoge kosten heeft gemaakt voor transport en distributie, blijft er van het tarief weinig over om de producent te betalen. Dit is een belangrijk aandachtspunt in de onderhandelingen tussen producent en leverancier.