Submenu

Technisch: Waarom aquathermie en WKO hand in hand gaan

Een warmte- en koudeopslag (WKO) maakt gebruik van de waterhoudende lagen in de ondergrond. Meestal komen er twee putten in de grond: een warme en een koude bron.

In het koude seizoen wordt warm water uit de warme bron opgepompt voor de verwarming van een gebouw. Nadat de warmte is benut, blijft er relatief koud water over. Dit koude water wordt in de koude bron gepompt. In het seizoen dat een gebouw koeling nodig heeft, wordt dit water voor koeling opgepompt. Daardoor warmt het water op en kan vervolgens terug de warme bron in. Deze seizoensgebonden opslag gebeurt met ‘gratis’ energie. Er is wel water nodig om rond te pompen en het pompen kost energie.

Om de WKO goed te laten werken, is een balans in het systeem nodig. Dit betekent dat er jaarlijks evenveel warmte- als koude-onttrekking plaatsvindt. Dit evenwicht is wettelijk verplicht en zorgt voor een efficiënt systeem. Als die balans er niet is, verdwijnt er steeds meer warmte of koude uit de grond. Dan werkt het systeem na jaren niet meer. Ook kan dit effect hebben op het milieu in de bodem.

WKO-systeem balanceren

Als je meer warmte uit de bron gebruikt (in de winter) dan via het koelen van gebouwen terugkeert (in de zomer), kun je extra warmte ‘laden’. Dit noemen we regenereren. Een andere oplossing is minder warmte verbruiken door betere isolatie. Als je door het jaar heen meer koude gebruikt – bijvoorbeeld voor het koelen van serverruimtes – kun je in de winter extra koude ‘laden’. Daarbij zorg je dat je warmte uit het systeem kwijtraakt, bijvoorbeeld via het oppervlakte- of drinkwater.

Regeneratie kan op verschillende manieren. Een van de opties is aquathermie. De WKO kan het centrale systeem zijn en de warmtebron van aquathermie het regeneratiemiddel. Ook kan aquathermie het centrale systeem zijn en de WKO het opslagmiddel. Wat je ook kiest, beide systemen gaan prachtig samen.

Afbeeldingen

Cookie-instellingen