Submenu

Thermische energie uit oppervlaktewater (TEO)

Gebouwen zijn steeds beter geïsoleerd en gebouwinstallaties worden steeds beter. Daardoor is minder energie nodig en zijn bronnen met kleine temperatuurverschillen al interessant voor verwarming en koeling.

Een WKO kan warmte en koude ondergronds vasthouden, zodat deze later in het jaar te benutten zijn.

Om een warmte- en koudeopslag (WKO) goed te laten werken, moet over de seizoenen heen evenveel warmte als koude heen en weer stromen. Dit is efficiënt voor de energievoorziening en wettelijk vereist. De koudevraag in gebouwen is door het jaar heen meestal niet even groot als de warmtevraag. Andere bronnen kunnen zorgen voor aanvullende warmte, zoals aquathermie.

In de zomer kan de warmte uit oppervlaktewater worden opgeslagen in een WKO. In de winter is hierdoor meer warmte beschikbaar om gebouwen te verwarmen. Dit is uitgelegd in figuur 2. Dit werkt ook omgekeerd. In de winter kan de koude uit oppervlaktewater worden opgeslagen in de WKO. Hierdoor is in de zomer een grotere bron beschikbaar om het gebouw te koelen. Dit is met name voor kantoorgebouwen een interessante optie. In woningen is er meer behoefte aan warmte dan aan koelte.

Figuur 2: Schematische weergave van TEO met een WKO in de winter en in de zomer:

Figuur: Schematische weergave van TEO met een WKO in de winter en in de zomer.
Afbeelding vergroten

 

Afbeeldingen

Cookie-instellingen